To dog or not to dog, that is the question!
Mensen die me al langer kennen, weten dat ik me niet bepaald normaal kan gedragen in het gezelschap van honden en katten (en andere dieren for that matter).
Ik word namelijk al van kleinsaf geteisterd door een behoorlijk pittige honden- en kattenfobie en da’s eigenlijk nog zacht uitgedrukt. Die fobie heeft al sinds mijn kinderjaren een enorme impact op m’n sociale leven en op mijn doen en laten, want mijn brein denkt steeds ‘wat als we een hond tegenkomen?’.
Vooraleer ik je hoor denken, ja maar zijn we niet allemaal af en toe een beetje bang van een hond die we niet kennen? Waarschijnlijk wel en maar goed ook, een beetje gezonde terughoudendheid is bij onbekende honden misschien niet slecht. Maar we spreken hier niet over wat terughoudendheid maar gewoon regelrecht onredelijk en vaak hilarisch (toch voor de mensen rondom me) gedrag. Ik ben meermaals zonder kijken een straat over gerend omdat er een hond aankwam (al dan niet aangelijnd), ben vaak op stoelen of tafels gesprongen, hysterisch achter mensen gedoken, … Ik ben zelfs eens in het open venster van de wagen van een vriend gedoken omdat er verderop een hond aankwam, met weinig succes trouwens want m’n benen staken er nog uit, dus had die hond kwade bedoelingen gehad, hing ik er toch aan voor de moeite :-)
Omdat onze dochter mijn aanleg voor dierenfobieën jammer genoeg heeft geërfd, wilde ik haar graag helpen om hier beter mee om te gaan dan ik deed in mijn jeugd. En ik wilde haar vooral helpen om zich steeds op haar gemak te kunnen voelen. Want eigenlijk vindt ze honden echt heel erg leuk, alleen is ze ook bang.
Bovendien zeurt de zoon al 3 jaar om een hond, want hij is in tegenstelling tot de meisjes in ons gezin, compleet hondengek.
Harige logé
Zo is het dus gekomen dat we vorige zomer tijdens 2 weken een hond te logeren hadden terwijl zijn baasjes genoten van een welverdiende vakantie.
Ik moet wel zeggen dat het het braafste beest is dat ik ooit heb ontmoet. Een grote, brave, rustige loebas van een Golden Retriever. (Ja we gingen meteen voor een groot kaliber als logé :D )
We hebben eerst uitgebreid kennis gemaakt, dan is hij al een keertje een weekend komen logeren en onze dochter had steeds het laatste woord. Als zij het niet zag zitten, ging het niet door. Dat vond ik het allerbelangrijkste om haar mee te geven. Niets zo slecht voor een fobie, dan gepusht te worden om ‘het eventjes op te lossen’ of de boodschap te krijgen ‘hij doet niets hoor en stel je niet zo aan’. It really doesn’t work that way.
Maar wat ben ik toch zo ontzettend trots op onze niet meer zo kleine meid. In plaats van haar angsten vrij spel te geven, is zij al zo matuur dat ze de kracht heeft om op haar tempo en stap voor stap de confrontatie aan te gaan met haar angst omdat ze graag met honden wil kunnen spelen.
Zij beseft nu al dat ervan weglopen het eigenlijk enkel nog maar erger maakt (en bij een hond mag je dat meestal ook letterlijk nemen) en gaat stap voor stap verder in haar grenzen verleggen. Na amper een dag knuffelde ze de hond, ging er spontaan naast liggen, praatte ermee, kamde hem en liep zo fier als een gieter met de hond aan de leiband, … terwijl ze in het begin niet alleen uit de zetel durfde als hij er was.
Nu ben ik ook best trots op mezelf dat het lukte om 2 weken lang een hond in mijn eigen veilige cocon te verwelkomen. Maar wat was het ook fijn om zo een wollige home office collega te hebben!
EMDR to the rescue
Hoe ik dan uiteindelijk van die fobie ben afgeraakt? Na jarenlang proberen en zoeken naar hulp die voor mij werkte kwam ik bij toeval bij net datgene wat ik nodig had om er vanaf te raken. Dankzij een fantastisch staaltje psychotherapie, EMDR genaamd, maar daarover later meer. Want EMDR verdient een artikel op zichzelf!
Als jij ook geplaagd wordt door een fobie (voor wat dan ook, de basis is hetzelfde) wil ik jou een hart onder de riem steken en je laten voelen dat het wel degelijk kan beteren. Laat je vooral nooit opjutten of met het gevoel opzadelen dat ‘je niet zo flauw moet doen’, een fobie is niet iets waar je voor kiest! Maar je kan wel kiezen om te proberen er vanaf te raken, op jouw ritme, met zachtheid en met respect voor je grenzen.
Ben ik nu helemaal dol op alle honden en katten? Spring ik nu nooit meer geschrokken op als er een blad ritselt aan m’n voeten omdat ik denk dat het een hond is (don’t ask)? Neen dat nu ook weer niet, maar ik kan wel gewoon doen en laten wat ik wil zonder bang te zijn dat ik heel misschien een hond zou ontmoeten. Ik kan nu gewoon bij vrienden op bezoek die een hond hebben als ik rustig de tijd krijg om kennis te maken. En dat is voor mij meer dan ik ooit had durven hopen!
Nog een stapje verder
Ik voel dat de dochter en ik ondertussen klaar zijn voor de volgende stap en daarom hebben we na rijp en langdurig familie-beraad het besluit genomen om ons op de wachtlijst te laten zetten voor een puppy. Want ook al was de helft van de familie bang voor honden, de liefde voor honden is nog heel veel groter!