Handschoenen

Dat ik een eerder speciale relatie heb met dieren, staat ondertussen wel al goed vast. Het is ook een licht understatement.

Door de jaren heen heb ik mezelf wel wat manieren kunnen aanleren om op min of meer normale wijze om te gaan met katten, honden, hamsters, konijnen en wat mensen nog allemaal houden van huisdieren. In het kort komt mijn tactiek neer op zoveel mogelijk vermijden en als het echt niet anders kan, handen en voeten ‘binnen het karretje houden’ bij onvermijdelijk contact. Meestal kan ik me ondertussen wel redelijk normaal gedragen als we op verplaatsing zijn bij mensen met dieren. Let op de nuance, ‘redelijk normaal’.

Het gaat meestal mis als ik het niet zie aankomen of als ik het niet verwacht om in een bepaalde context een dier tegen het lijf te lopen, zoals bij de parkingkat op het werk.

Toen we net verhuisd waren naar ons huis op ‘den buiten’, wilden we onze tuin ook reeds wat opleuken door haagplantjes te planten. Mijn schoonouders, doorwinterde tuinkenners, waren zo lief om ons te komen helpen. Dus stond ik met bruisend en beginnend tuin-enthousiasme met mijn handen in de grond te wroeten dat het een lieve lust was om onze haag in te planten. Tuinhandschoenen had ik nog niet en ik zou wel eens gaan tonen aan de wereld dat dit meisje niet bang was om haar handjes vuil te maken.

Op een bepaald moment was ik echt met veel plezier kluiten grond aan het loswroeten zodat onze babyplantjes lekker veel plaats zouden hebben om hun jonge, verse worteltjes uit te spreiden en goed te gaan groeien. Ik was zelfs zowaar vergeten dat ik in de vrije natuur stond, dicht bij ‘de dieren’ – hier hoort een spannend achtergrondmuziekje bij.

Een bepaalde kluit liet zich iets minder makkelijk uit elkaar halen omdat die nogal groot was, dus moest ik nog een versnellingetje bijschakelen. Maar tot mijn grote verbazing – en vooral angst - bewóóg die kluit!!

Bij alle toeters, ik had een wriemelende, panikerende mol in mijn handen! What are the odds dat je met je blote handen in je tuin een mol vangt!

Mijn schoonvader die het ‘geluk’ had naast me te staan op het moment, heeft er waarschijnlijk permanente gehoorschade aan overgehouden want mijn krijs was te horen tot in het naburige dorp. In volle paniek en met een sterk ‘ieuw-ieuw-ieeuuwww’-gevoel, heb ik het beestje losgelaten.

En je zou denken dat dat mormel mijn gratie om hem niet naar een veld ver weg te verschepen, in dank afnam. Tarare, hij heeft in de weken erna, de helft van onze nieuwe plantjes opgevreten en onze tuin omgewoeld tot een waar slagveld.

Alweer een wijze les geleerd, namelijk altijd handschoenen aandoen als je in de tuin werkt :)